Zij begon haar tuin op maandag
de grond was rijk, het weer zat mee.
Maar ze vergat totaal de tijd
dus het werd een iglo dinee.
Op dinsdag planten zij de rozen
Haar grote wens, een rozenhof
kwam daarmee weer een stapje nader
In huis kwam steeds meer stof
Op woensdag deed ze de margrieten
De zon scheen warm en fel
Haar tuintje werd steeds mooier
De was vergat ze maar heel snel
Donderdags zag zij een klaproos
Hoe kon hij het in haar tuintje redden
Ze was er helemaal door van slag
En dacht nooit meer aan het opmaken van de bedden
Vrijdags kocht ze prachtige violen
In lila, paars en okergeel
Ze kwam haar tuintje niet meer uit
In huis lagen de krummels, het werden er heel veel.
Op zaterdag huurde ik een werkster
Ik kon de rommel niet meer zien
Mijn vrouw mag nu tuinen zoveel ze wil
Ik vond mezelf zeer kien
Het is nu zondagochtend
De werkster? die kan ik niet meer vinden
Wie schertst daar mijn verbazing
Die staat samen met mijn vrouw de rozen op te binden.

