Oneliner

  1. Wie is …… (bv: Feyenoord). Die met die korte broeken aan!
  2. Mag ik! Ga maar op je kop dubbeltjes schijten.
  3. Hij! Wat hij! vreet hij! Kan je morgen, bezem schijten.
  4. Je kan me snerten!
  5. Inpiepen!
  6. Zeg jij nee!
  7. Je kan me zak opblazen.
  8. Kom maar op met je kleine aardappeltje
  9. Veel zuurkool eten, krijgen je grote tieten
  10. Je kan alles missen…. Behalve Liefde.
  11. Je denkt dat er Goud in zit, maar je vindt nog niet eens een oude fiets.
  12. Matrozen Betalen meteen.
  13. God straft onmiddellijk.
  14. Spuit 11 geeft ook modder.
  15.  Ik weet dat ik op moet passen, maar elke keer trap ik er weer in.
  16. De tijd die vliegt, besteed je dag goed.
  17. Niet kwaad met kwaad vergelden.
  18. Lach … en de wereld is van jou.
  19. Je, bent een beetje sikkeneurig. Stilletjes de pest in.
  20. Na regen, komt zonneschijn.
  21. Zo de oude zongen, piepen de jongen.
  22. Op maandag geen rode kool,,, (( bonjé ))
  23. NIET onder die ladder doorlopen.
  24. Ik ga liever een straatje om.
  25. Een veer gezicht op de maas,
  26. Hondenbrokken lust ik niet,……… spruitjes.
  27. Die EET als een dijker.
  28. Hou je handen op je knip.
  29. Als je in je broek poept …krijg je een gulden.
  30. Geef mij even een trekkie.
  31. Waar ga je naar toe, naar bommeltjes kont.
  32. En rijen, dat die wammes kan.
  33. Blijven fluiten en in je handen klappen
  34. doe je klompen met touwtjes aan (tegen de meiden)
  35. Mauwerikken
  36. Jan koppie thee (Opa Wamsteeker)
  37. Ik hou van een goed leven.
  38. Laat ik het niet merken.
  39. Laat ik het niet horen.
  40. Hou die deukkruk vast.
  41. Goed blazen en langst de kantjes eten.
  42. Voeten optillen.
  43. Dat doen mijn kinderen niet!
  44. Maakt niet uit. Dat hebben we niet.
  45. Lucht is vrij.
  46. Ik heb nummertje nul.
  47. Zorg dat je de eerste geeft.
  48. Pak de grootste.
  49. Onthou het gezicht van 1 persoon.
  50. Van pissenbed in kakkenbed.
  51. Ga eens normaal zitten!
  52. Ik tel tot 10 en dan begin ik gewoon weer opnieuw.
  53. Doe die deksel er goed op!
  54. Hoe vaak moet ik het nog zeggen!
  55. Kijk me eens aan, als ik tegen je praat.
  56. Het komt je niet aanwaaien, je hebt er wel wat voor te doen.
  57. Neem nooit iets mee voor een ander.
  58. Laat nooit het achterste van je tong zien.
  59. Geef nooit je laatste piek uit.
  60. Krap eens achter je oor.
  61. Haal je haren eens voor je ogen weg?
  62. Mam ….. zit in de koelkast.
  63. Mag ik een dropje? Hoeveel heb je er? 1 in mond (mondvol) en 1 in m’n hand.
  64. Jeuk is erger dan pijn.
  65. Veel beloven, weinig geven doet een gek in vreugdeleven.
  66. Het is maar zo’n stapje.
  67. Er is maar zo’n stapje voor nodig.
  68. Nee joh, je bent niet te dik, maar een meter tekort.
  69. Leven als een god in Frankrijk.
  70. Moet je in die steeg zien
  71. Ja hoor, ik ga morgen wel weer aan de dakgoot hangen!
  72. PD = Pietje Dakgoot.
  73. Bud, Kale, Adriaan, Meut, Jan, Mac, Dolores en Wimpie
  74. Pak de moorkoppen vast, hun gaan toch zo naar bed
  75. je kan me kont kussen
  76. ZITTUH en je kop houden.
  77. Die is van wiekum…
  78. Hou je ogen en oren altijd open!
  79. Je kan op je hoofd gaan staan en dubbeltjes gaan schijten.
  80. Laat overal die lampen niet zo branden….
  81. ik ben je knecht niet….     of dacht je van wel ???
  82. Nieuwe bezems vegen schoon…
  83. Je wil het niet weten…..
  84. Zing is een toontje lager….
  85. Sta niet op een afstand te schreeuwen…..   hier komen als ik je roep..
  86. Ben je nachtig….  ((   slaap ))
  87. Wat heb je nu weer in je hoofd zitten,,,Want het zit ook niet in je kont.
  88. Niemand hoef ik DANK JE WEL te zeggen,,,
  89. Je kan je nog zo het schompus werken,,, als je er maar wat aan over houd..
  90. Geen bericht …. Goed bericht.
  91. Het is weer zo rustig…. wat hangt er nu weer boven mijn hoofd. !
  92. Heidenen tatoeëren …. christenen niet…
  93. Zolang ik het kan begaffelen,,,   is het goed.
  94. Later zul je nog wel eens aan mij Denken…
  95. Pas maar op. Je gaat bij de beul te biecht.
  96. Het roddelende nieuwsblad,,
  97. Als je het zelf zo goed weet !!!!!  Geef dan het goede voorbeeld..
  98. Wat kost dat ???   GELD… want stenen pakken ze niet aan, daar kon je vroeger mee betalen !!
  99. Een goeie luisteraar heeft maar een half woord nodig.
  100. Als jij weet wat ik ga doen, dan krijg jij de helft.
  101. Het maaiemd.
  102. De kouwe kant.
  103. Daar kom je nog wel achter.
  104. Sodemieterlazerstraal op.. met je praatjes.
  105. De Lions !!!!
  106. Die houwen we er in…
  107. Die heeft het achter zijn ellebogen.
  108. Loenenbikker..
  109. De ballen,,,als je het nog niet weet..
  110. Eet eerst je mond leeg ,voor je praat.
  111. Je kan toch wel met 2 woorden spreken ? Of is U zeggen zo moeilijk ??
  112. Zit  niet  zo over iedereen te ouwehoeren,, als je de helft maar weet..
  113. Neem de benenwagen maar,,, kost niks.
  114. Als je geen zin hebt…maak je maar zin.
  115. Lach je altijd om je eigen geintjes !!!!
  116. Zit je nu in je zelf te praten… mag je wel uit kijken dat je niet gaat antwoorden.
  117. Zolang die vreetmolen gaat, hoor je ze niet.
  118. Even lachen voor weinig.
  119. Je moet nou niet denken dat ik voor je in de houding ga staan…
  120. Broek schijten en zaklopen. Nou goed !
  121. Wat zit jij uit je nek te kletsen zeg !!!!!!!!!!!!!!
  122. Krijg de beerris maar,,, ben het zat.
  123. Ga maar krom staan… komt de rest vanzelf.
  124. Artis… Ga alvast maar lopen. wij komen je wel tegen.             ((  Jacco op zondagochtend…))
  125. Je bent geen onbeschreven blad.
  126. Je bent de Maagd Maria niet..
  127. Als je het niet lust…. laat het staan. Maar ga niet zitten knoeien.
  128. Eten jullie tandpasta, en haal je een hele rol toilet papier langs je gat ????
  129. Wie het eerste een Olavlag ziet krijgt een ijsje…
  130. Neem vaker een bloementje mee..
  131. Ik hou van een goed leven………………..brood met worst…
  132. Kijk voor je, heb ik wat van je aan ???
  133. Ga op je kop staan en dubbeltjes schijten…
  134. Hogen bomen vangen veel wind.
  135. Sta niet altijd gelijk met je oordeel klaar ,,,wacht eerst is tot je ook de andere kant hebt gehoord..
  136. LAAT MIJ UITSPREKEN…
  137. Geef antwoord ,,,sta daar niet met een mond vol tanden.
  138. Anders ben je ook niet zo benauwd…
  139. Praatjes heb je voor 10, nu nog daden…
  140. Schudden, het is geen praatje pot.
  141. Haarlem heb ik wel gezien… maar omstreken niet..  ((   schoolreisje André ))
  142. Kom maar op met je kleine aardappeltje.
  143. Ik heb geen rolletje schijtgeld.
  144. Als je niet luistert ga je naar en gesticht, blauwe kousen aan en spinnen op je brood!!!
  145. Ben je gestopt met roken, nu al nog het bietsen afleren.
  146. (geen) kaskedolus.
  147. Ik één kinder minuut, met appelmoes.
  148. Hoe moeilijk het ook is of lijkt, er is altijd wel een lichtpuntje…
  149. Bij van de Linden één ijsje, bij Heinis een slaatje en Otje gehakt met ui…..en dan naar IJmuiden voor een vissie…..
  150. Je kan wel denken dat je het weet… maar je weet mooi niks.
  151. Je hebt me karretje ook in de poep gereden
  152. Adriaan de Dappere…
  153. Hou je hand op je knip….
  154. Goed leren en naar de meester luisteren,, kan je later wat bereiken. Alles kan als je er maar voor gaat..
  155. Sta niet altijd met je handen bij je potlood.
  156. Laaien…… kost niks.
  157. Wat je ver haalt is lekker…..             (( denk aan de Gamba en Golden Eg. )) zo zijn er nog wel één paar ..
  158. Hier ga je van zelf, door achteruit lopen…..(( hele sterke koffie )) en ouwe..
  159. Uilenzeik…
  160. Heb ik wat gemist dan !!!!!
  161. Het wordt nooit zo heet gegeten,als het op gediend wordt.
  162. Praten— praten —praten,  praat al je sores uit, des teminder stress
  163. Loop nooit zonder te groeten de deur uit.
  164. Luister ook is naar een ander, je hebt niet altijd gelijk..
  165. Je kan me nog meer vertellen,,,als je dat nog niet wist.
  166. Geef mij maar lekker andyvi met een bal gehakt….
  167. GEEN GROTER VERDRIET, DAN LIEFDES VERDRIET.
  168. Opzouten.
  169. Laat me met rust.
  170. Wen nooit om een ander, maar ween om je zelf.
  171. Kijk niet achterom,,, want die toekomst is al geweest, maar kijk vooruit.
  172. Geen kwaad met kwaad vergelden.
  173. Trek die baggerschuiten uit.
  174. Zo de ouwe zongen….piepen de jonge.!!!!\
  175. Hand gekapt    (( handycap ))
  176. Handen op je rug,,, kijken met je oogie,s
  177. Sijsies   lijmer..
  178. Je huis is je Tempel,  en zorg dat er vrede heerst.
  179. Hup duiken.
  180. Een vaatdoeken fobie……
  181. Nagelbijters… zijn mensen treiters…
  182. Je trekt ook alles naar je toe,,, delegeren moet je.
  183. Mensen met bruine ogen, zijn nooit te peilen..
  184. Die drinkt geen van Nelle thee meer…
  185. Rooie en valen zijn donderstralen…
  186. Die lust er wel pap van.
  187. Altijd aan het korste eind trekken.
  188. Verwen ze nog een beetje meer….
  189. Als aanrecht en wc maar schoon zijn.
  190. Hou niet alles voor je zelf,,,, maar denk ook eens aan en ander.. al vindt je dat moeilijk.
  191. Kleine moeite… groot gebaar.
  192. Een vriendelijk gezicht…… geeft overal licht..
  193. Rauwdouwer..
  194. Een gegeven paard niet in de bek kijken.
  195. Weet wat je zegt, en zeg nooit wat je weet…..
  196. Zolang ze het over me hebben, tel ik nog mee.
  197. Als de gesmeerde bliksum hier komen !!!!
  198. Wat ruist daar in het struik gewas ??????    (( camping ))
  199. Er loopt er eentje uit de rij….  jeuk.
  200. Ze hebben me klompen vol gepist.
  201. Als ik die eerste niet neem, is er niks aan de hand.
  202. Geniet van elke dag, want het leven is veel te kort.
  203. Geloof nog in sprookjes,,,, je kan nooit weten.
  204. Zeg nooit–nooit,
  205. Als je wat afspreekt, kom het dan na. Want de teleurstelling is vaak groter dan je denkt.
  206. Niets, maar dan ook niets is zaligmakend.
  207. Beloofd is beloofd.
  208. Als je nee zegt, bedenk dan hoe graag je het zelf wilde op die leeftijd.
  209. PUBERTIJD,,,,   het is voor hun ook moeilijk.
  210. Zeg is vaker JA, tegen NEE.
  211. Spijker…..
  212. Ze kunnen beter van mij kletsen dan eten.
  213. Lolly-Pop
  214. Als je de eerste niet neem, dan word je ook niet dronken.
  215. Daar steek ik mijn handen niet voor in het vuur,,, die zouden zo verbranden.
  216. Wat een zinksnijer…. ( neus )
  217. Gaat er eindelijk een lampie bij je branden!
  218. Als hadden komt —is hebben te laat.
  219. Uit die garage, daar kom ik alleen in.
  220. Als je wat moet hebben, eerst vragen. Ik heb zoveel zooi.
  221. Al wat ik dacht, maar dat niet.
  222. Patjepeeër.
  223. Laat je ff lekker nathozen..
  224. Geef je ogen, altijd goed de kost.
  225. Sproetenkop.
  226. Je ruikt je bovenlip.
  227. Vertrouw alleen je zelf, kan je bijna nooit een ander doen.
  228. Die is met spekbakken de pan uit gesprongen.
  229. Hij, wie hij!!! Vreet hei kan je morgen bezem schijten
  230. Pas op!!! Zometeen snij je je in je rug
  231. Je blijft degene slaan met de grootste mond.
  232. Onthoud altijd goed 1 gezicht.
  233. Smeer er maar stront aan, kan je het ruiken
  234. straks geef ik je stomp voor je kop ,zodat je tanden piano in je hol spelen.
  235. rechtop zitten en je mond houden.
  236. In me komt en uit me kont.
  237. Nou, dat is dan weer jofel.
  238. Heb je een windtje gelaten, of ruik je altijd zo?!
  239. Leg je neus in een lus, dat is een hele klus (zegt m’n zus).
  240. Grietje grabbel.
  241. Boter op je kont smeren en droog brood eten.
  242. Je neus in m’n reet en karren maar.
  243. Bezem in m’n reet en dan kan ik gelijk de boel aanvegen.
  244. Pak die rubberen hamer ff.
  245. Je bent hier toch niet voor het eerst?!
  246. Op maandag geen rodekool, want dan krijg je ruzie.
  247. Van zuurkool eten krijg je grotere borsten.
  248. Komt een haar uit je pijp.
  249. We eten hijt! …….. Dat is wat een koe schijt.
  250. We eten dijsjes! ……… Gebakken paardenlul in schijfjes.
  251. Voor mij steek jij je banden lek.
  252. Ff een shaggie rollen,,,  ook voor morgen.
  253. Juffrouw jenzeflens van de tietenfabriek in Bergn op Zoom,,,
  254. Sta niet de hele dag voor die spiegel, je wordt toch niet mooier dan je al bent.
  255. Nog niet droog achter je OREN.
  256. Als je 18 bent, mag je praatjes hebben.
  257. God straft meteen…….
  258. Kunstklappers.
  259. Kleine potjes ,,grote oren.
  260. Later ga ik in Haarlem wonen, in de Wamsteekerstraat.
  261. Je kan het mooi vertellen, maar geloof je het zelf??
  262. pleitheinen.
  263. Kijk uit anders zit je zo bij Petrus aan tafel.
  264. Wat een mafketel.
  265. Zit niet zo te vingeren.
  266. Ga even een rondje met die joekel lopen.
  267. Ouwe stinkbok.
  268. Wat een zweetpoten…….
  269. Ga ff kaarten,, (( kan wel tot morgen duren ))
  270. Schollenkop
  271. Hou die vlooiendouche bij je..
  272. Als je slaat, groeien je handjes boven het graf.
  273. Denk om de verf!
  274. Honger? Je weet helemaal niet wat dat is.
  275. Dat gaat wel over als je een jongentje/meisje wordt.
  276. Zit niet zo op mekaars lip.
  277. Gebruik een zakdoek (niet je mouw).
  278. Niet met die fles aan je strot, gebruik een glas!
  279. Wees maar niet bang dat je wordt overgeslagen.
  280. Bewaar je soms wat voor morgen?
  281. Gooi je haar ff uit je gezicht.
  282. Dan zeg je maar dat ik aan het rentenieren ben.
  283. Past het erin?
  284. De tortelduifjes.
  285. Gekregen, als je het gehad hebt, heb je het niet meer.
  286. Veel softijs eten en goed wrijven, krijg je grote borsten.
  287. Die heeft vroeger altijd kranten gelopen (brede).
  288. Toffelemoon.
  289. Dat is niet vies, je vindt het niet lekker.
  290. Haal die haren eens voor je ogen weg.
  291. Zijn. Wezen zijn kinderen zonder ouders.
  292. Wanneer??? Als Pasen en Pinksteren op 1 dag vallen!
  293. Hou een beetje je fatsoen.
  294. ik droomde dat vannacht me kont een roosje was en dat jij eraan lag te ruiken
  295. Bukken!!! Bukken!!!
  296. Uit mijn ogen!
  297. Kan wel zien dat je een dochter van je moeder bent!
  298. Naar boven, naar boven zeg ik!
  299. Nee mama, nee mama
  300. Moet je een paar stompies
  301. Wat ken mij dat nou aan me reet roesten.
  302. Die is lekker..
  303. Wat je van ver haalt is lekker.
  304. Dat kon je wel op je vingers natellen…
  305. Natuurlijk telde ik alles na,,,   wat dacht jij dan.
  306. Je moet een AAP niet leren klimmen.
  307. Zullen we even een eindje gaan rijden,,,, al weer.
  308. Ik moet eerst naar de garage, daar blijf ik zo niet mee rijden.
  309. Er zit een spin in je toren.
  310. Ik zou wel wat lekkers lusten,,, nou ja je hebt net gegeten.   ja maar wat zoets.
  311. Wat een boer niet kent,dat eet hij niet.
  312. Laat die kaarsen niet zo loeften…. het lijkt hier de kerk wel.
  313. Weer een collectebus, hoevaak komen ze in de week langs???
  314. Stuur ze allemaal is de deu r uit, kan ik even rustig zitten.
  315. Kan jij mijn auto ff wassen,,,dat doe je beter dan ik.
  316. Makzout.
  317. Bij die moet je de gebruiksaanwijzing goed lezen.
  318. Z,n moeder heeft hem verwent, en ik had de naweeën.
  319. OMLOPEN.
  320. Altijd voor de poort afstappen ,niks geen gefiets in die poort.
  321. Hoe vaak moet ik het nog zeggen!!!!!
  322. RUSTIG………
  323. Heeeeee    Bally….    (( Baltus ))
  324. Hebben je vader en moeder nog ruzie.
  325. kam die gng uit, en hou je handen uit mijn zakken..
  326. Als je er van overtuigd bent ,dat je het kan. Dan lukt het ook.
  327. Mijn kop en jouw kont uit het raam, dan denken ze dat het een tweeling is.
  328. Geen bericht ,goed bericht.
  329. Zolang je niks van ze hoort gaat het goed .
  330. Wat zeg ik je nou. Met 2 woorden spreken.
  331. Geef netjes een hand.
  332. Alstublieft- dank je wel.
  333. Ga eerst je handen wassen … vet kees.
  334. Zitten jullie lekker te nassen?
  335. Je kan kiezen of delen.
  336. Tut hola.
  337. Vieze Anna.
  338. Meut.
  339. Geen nagels om je reet te krabben.
  340. Met welke helm ben ik geboren, een rode of een blauwe???
  341. Heb je nog een briefje/muntje van 5, en een pakkie shag.
  342. Maak dat de kat maar wijs.
  343. Roomse gluiperd
  344. Als je wil liggen, ga je maar naar je nest
  345. Kietel hem even onder zijn zak.
  346. Je kan/mag mijn kloten kussen.
  347. De pleiterik maken.
  348. Hij is helemaal behangen met goud !!!!
  349. Grijze postduif.
  350. Mankeert er wat aan je oren, of zit er watten in.
  351. Het is een wonder kind , en dat is het.
  352. In de veiling nemen.
  353. Als ze elkaar ruiken is het al oorlog.
  354. Ouwe taaie.
  355. Mankeert er wat aan je handjes.
  356. Platkakken.
  357. Ouwe dibbes.
  358. Het rampetampes.
  359. Flapdrol.
  360. Ouwe staartmolen
  361. Je kan me nog meer vertellen, als je dat nog niet wist.
  362. Die spoort niet.
  363. Dat komt wel rottig je strot uit.
  364. Geniet van elke dag, ook als het tegen zit.
  365. Ouwe trouwe waakhond.
  366. Je lijf is je tempel, zorg er goed voor.
  367. Het slijk der aarde   €€€.
  368. Dat is jouw pakkie an.
  369. Mazzel he !!
  370. Ja , ik ben gekke Tinus niet.
  371. Daar schijt je toch peulen van?!
  372. Kwarkie
  373. Een man een man, een woord een woord.
  374. Moet je nou nog peultjes.
  375. Wie er niet is, die krijgt niet.
  376. Als de 1 er is, is de ander er ook.
  377. Een klok hangt aan de wand, dit is een horloge.
  378. Je bent toch niet van poppenstront?
  379. ik heb geen rolletje schijtgeld!
  380. je kop goed kaal scheren ,krijg je mooie krullen (and)
  381. sodemieter maar op! ik doe het zelf wel!
  382. wie wil er ????
  383. Tampeloeres.
  384. Dolores.
  385. Ik ga m’n koffer in.
  386. Wat een aggenebis ding.
  387. Krokedolus.
  388. Die stoel heeft 4 poten, dus zit niet te wippen.
  389. Mag ik ff bellen? Ja hoor, m’n fiets staat buiten.
  390. Ben je er nu al weer,,,,, blijf je aan de gang ?
  391. Jezus mijn pc is zoooo traag.
  392. Hij is roomser dan paus.
  393. Spulles.
  394. Laat je niet in je zak schijten.
  395. Spuit elf geeft ook modder.
  396. Wie zit hier te ruften ?
  397. Ik heb nog 55 cent ,dus als ik van jou 45 cent krijg heb ik weer een piekie.
  398. Kijk dan ,die hond zit tegen mij te lachen, nou hij trekt mooi zijn lip op.
  399. Mag ik een stukkie krant om te lezen,, nou hier heb je een puntje.
  400. Morgen….. morgen.  het komt heus wel voor elkaar.
  401. Het lijkt hier wel een rookhol.
  402. Ga maar weg,,, die afwas doe ik zelf wel.
  403. Het zal niet zo zijn.
  404. Daar heb ik geen sjoege van.
  405. Weet je wat zonde is???! Boter op je kont smeren en droog brood vreten.
  406. Als je die in zijn neus knijpt ,kan je de hele tent een rondje geven.
  407. Die wordt nooit zo oud als hij er uit ziet.
  408. Voor mij geen kaskedolus.
  409. Wat zit je nou te schoddeke?
  410. Ik hoef niet op vakantie, heb de hele wereld bevaren. En weet wat er te koop is.
  411. Til die stoel op!
  412. Heb ik jou wat gevraagd?
  413. Nee, bij v/d Peet, nou goed?!
  414. Heb het lef is.
  415. Een frissie? Dan ga je maar ff buiten staan.
  416. Rondje Borst.
  417. SPAN DIE TREDERIKKEN
  418. Praat niet in blok letters.
  419. Zit niet zo te zanikken.
  420. Heb je dat pannetje al gezien.
  421. Herinner mij later, hoe ik was en wie ik ben…
  422. Wie weet waar Willem Wamsteeker woont , die woont wijd weg. Willem Wamsteeker heeft witte wollen winter handschoenen.
  423. Wat zeg ik je nou, als ik er zelf zin in had. Deed ik het zelf ,en daarom vraag ik het aan jou.
  424. Gebbetje
  425. Socutera schoenen
  426. ik ga naar de markt en ik koop een koe
  427. he snotpegel, wat moet je
  428. Loop hem niet zo te judassen
  429. je moet ’s weten wat ik allemaal wil!!
  430. heb ik met jou in de klas gezeten soms
  431. wanneer komt ie(wanneer er een nieuw vrientje van een van de meiden komt)
  432. motje??
  433. he snijbonenmolen
  434. De twee sneetjes
  435. Wat wil je Nou? Je hebt helemaal Niks te willen.
  436. Uit me keuken!!
  437. In je laatste hemd zitten geen zakken.
  438. Ik ben een beetje prokus.
  439. Ik ga ff luimen.
  440. Hou die snerk nou is een poos dicht.
  441. Kan ’t ff minder, ik word hor-en-dol.
  442. Kleine potjes, Grote oren.
  443. Zo trots als een paard met 7 lullen.
  444. Vraag maar aan je moeder.
  445. Scheurt je broek?
  446. Ff kaarten?
  447. Niks gebroken?
  448. Slapen je vader en moeder nog bij elkaar?
  449. Ze heeft geen gaten in d’r hand, ze heeft geen handen.
  450. Wat zit je nou te violen.
  451. Als je d’r een knal voor de kanes geeft, breekt ze bij d’r enkels af.
  452. Teil uile spiegel.
  453. Waar gaan we naar toe? : Bobbeltjes kont en kontjes veren.
  454. Een biljart bal met franje.
  455. Sta niet altijd met je handen bij je potlood.
  456. Je poten vegen!
  457. Geef de Juf ff een kus van me.
  458. Nagelbijters zijn mensentreiters.
  459. Die is geschoffeld joh.
  460. Wat doet zijn vader?
  461. Pas maar op, anders groeien je handjes boven het graf.
  462. Ze kunnen beter van me lullen, als van me vreten.
  463. Ik zie je tietentassie.
  464. Kan jij er tegen?  Waar tegen? Met een stok in je hol porre!
  465. Wat Sierkan maakt smaakt
  466. Poen in je zak?
  467. Heb je geld in je zak?
  468. ga naar je moer / loop naar je moer
  469. Die eet een dooie vlieg van de muur.
  470. Ja hoor, stront aan de knikker.
  471. Als jij het wilt. Alleen als jij het wilt, dan lukt het.
  472. Kijk je altijd zo, wat een postzegel zeg.
  473. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd.
  474. Wat een ouwe snoeper, die lust er wel pap van.
  475. Die hond van ons kan klokkijken, alleen weet hij niet hoe laat het is.
  476. Wat denk je dat het kost, ik heb geen rolletje schijtgeld.
  477. Hé ouwe pik, alles goed met je.
  478. Uit mijn stoel, daar zat ik, en geef gelijk ff de krant.
  479. Lekker zo he, niks aan je kanes, kan je lekker rustig zitten.
  480. d’r is niks schoner dan stont er heeft niemand mee geknoeid!
  481. Ik neem er ff vijf, ga lekker een tukkie doen.
  482. Wie staat daar nou. (( en iedereen omdraaien en kijken )) o,ik dacht dat ik wat zag.
  483. Ik ga lekker een vissie halen.
  484. Wie is wie en wat is wat?  Wat is wie?  en wie is wat?
  485. Er hangt een haar uit je pijp.
  486. Ze kunnen niet buiten mekaar schijten.
  487. Nou ….   Die is ook met spek bakken uit de pan gesprongen , hoor !
  488. Ik heb jeuk aan m’n hol.; oh, dan word het een leuke dag vandaag.
  489. Uit die koelkast!
  490. Wat een meuk.
  491. Je ruikt je bovenlip.
  492. Er hangt een haar aan je kin (beehhhh!!!)
  493. Het houd je van de straat.
  494. Wie het eerste een Ola vlag ziet hangen ……
  495. Ja geld, want stenen pakken ze niet aan.
  496. Lukt het? Verslik je niet.
  497. Eerlijk delen, ik een beetje meer dan jij.
  498. Dan pak ik je bij kop en kont.
  499. Nou DAT heb je niet van mij.
  500. Je kan het nog zo mooi bij iemand anders vinden maar, zorg als je je eigen  huis binnenloopt,    dat  je denkt/zegt  …. JA, lekker thuis.
  501. En niet zeggen je kan niet bellen , zeggen waar je uithangt!!
  502. Knoop dat goed in je oren!
  503. Wat is dat voor broghem.
  504. Zo wie is die brogum?
  505. De schompies met de korte armpies.
  506. Wat eten we vanavond? Geit , kan je morgen goed mekkeren
  507. Wat eten we vanavond? Aap, kan je morgen goed klimmen
  508. Als het 20 graden vries is is nog te beroerd om te bibberen.
  509. Ach, sodeflikker toch op!
  510. En maak altijd een kopietje voor jezelf.
  511. Lucht is vrij.
  512. Teil uilenspiegel!
  513. Spuit elf.
  514. Bel elf elf elf, en het bussie komt vanzelf.
  515. Pas maar op, als de klok 12 uur slaat, blijft je kop zo staan.
  516. Ben je met die bokkepruik uit je bed gestapt?
  517. Wat ben je toch een loeder.
  518. wat is het toch een rare snoeshaan.
  519. Gebbetje.
  520. Neem je eigen zooitje in de maling.
  521. Thee, daar gaan de goudvissen in dood.
  522. Wat een geleuter.
  523. Potverdriedubbeltjes.
  524. Met 2 handen!
  525. Dat mag wel in de krant.
  526. Geef maar aan mij, dan bewaar ik het wel voor je.
  527. Ken je die ook, ik ken ‘m niet hoor.
  528. Als je op je eigen woont, kan je het zo doen zoals jij het wilt.
  529. Het geld groeit me niet op me rug.
  530. Z’ón dik boek kan ik schrijven.
  531. Sta niet zo te kledderen.
  532. Wat zit je me nou achterlijk aan te kijken.
  533. Met “sexhuis de gouden tepel”.
  534. Hij zit daar, maar hoort alles.
  535. Wat een floepert.
  536. Ik eet een Broodje tevredenheid.
  537. Kijk ‘m zitten schransen.
  538. Trek is aan m’n vinger…
  539. Leleke rooie.
  540. “nou dat soort dingen zeg ik niet hoor”
  541. Blijf toch is met je tengels overal vanaf!
  542. Uit die keuken!
  543. Vuurtje? ; nee, zo heb er tenminste lang wat an.
  544. Je mankeert toch niks aan je jattjes?
  545. Wat een bulle.
  546. Staar je niet blind op een ander.
  547. Heldere Els.
  548. Wat zit je nou te stangen.
  549. Lekkere klapkuiten.
  550. Hebben we nog wat te snaaien?
  551. Doe je kin is omhoog. Nee die andere.
  552. Neem een krant, dan weet je zeker dat het recht is.
  553. Heeft de visite niet afgebeld?!
  554. Kijk me aan, als ik tegen je praat!
  555. Weet jij hoe en koe een haas vangt? ..doet ie niet.
  556. Wat ben je toch een tedderik.
  557. Een kop als een zuurpruim.
  558. Ga met die stinkkakken van de tafel.
  559. Neem me niet in de veiling.
  560. Zal hem ff bij zijn veter pakken.
  561. Krijg toch de kolere.
  562. Je moet die vieze pisnagels knippen.
  563. Geen spatsies.
  564. Als je wilt lachen, moet je jezelf kietelen.
  565. Als hebben geweest is, is hadden te laat.
  566. Hij heeft gewoon een klaplip.
  567. Moet je dat smoelwerk zien, mooi toch?!
  568. Er hangt een dorrel aan je giechel.
  569. Stuur ff een kaartje als je boven bent.
  570. Moet je een paar stompen voor je kanes?
  571. Als er wat gebeurd, krap z’n kop helemaal open.
  572. Wat een rijkdom.
  573. Die zit in de kieteltuin.
  574. Ga je? Heb je je mik weer vol?
  575. Tassie meeee???
  576. Wel nee, dat is geen vreten.
  577. Heb je die op de groei gekocht?
  578. Ga je lekker?
  579. Je kan me klote kussen.
  580. Echte vrienden lenen je geen geld.
  581. Praatjes vullen geen gaatjes.
  582. Bijna is niks.
  583. Feijenooooord!
  584. Hij heeft een bochel, beugel en een hazenlip, maar verder is ie hartstikke knap.
  585. Schiet is op, Ik zeik zowat in me vodden!
  586. Die heeft een zender op z’n rug.
  587. Geef mij ook ff een klauwtje.
  588. Niet metselen, eerst eten en dan drinken.
  589. Wat zeg jij tegen een lantaarnpaal? Ik niets, ik loop gewoon door.
  590. Ben je van je geloof afgestapt?
  591. Als ik bij je moet komen, ben je nog niet jarig.
  592. Kippekutje.
  593. Wat een spiering.
  594. Poffeknol.
  595. Wat zit je nou te mauwen.
  596. Leve de Koningin!
  597. Ik zeg het niet voor mezelf.
  598. Hij zei; zie je niet hoe verhemeld ze naar je kijkt.
  599. Als je wil stoppen met roken, moet je gewoon de eerste niet meer opsteken.
  600. Ik ga ff naar de boutkiet.
  601. Moet ik het voor je opschrijven?
  602. Kijk deze wil ik hebben. ;Nou, dan knip je ‘m uit.
  603. Wat loop je nou weer te struinen?
  604. Ach, stik de moord.
  605. Geef ff een centje, voor hem met die centenbak.
  606. Lekker bekkie, met die klutskin.
  607. Moet je die tronie zien, lijkt wel onweer.
  608. Nieuw kleurtje? het lijkt wel een pruik zuurkool.
  609. Houd je fatsoen.
  610. Zorg dat de honden niet tegen je aanpissen.
  611. Schoenen van tafel, dat brengt armoe.
  612. Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.
  613. Zorg goed voor elkaar.
  614. Wat een stalpoten zeg!
  615. Het enige waar ie met z’n klauwen van afblijft zij molenstenen & gloeiend ijzer !
  616. Te staan blauwbekken van de kou.
  617. Vandaag of morgen stomp ik je helemaal het gips in.
  618. Lekker?.. kost zeker niets?
  619. Geloof toch niet alles wat ze zeggen.
  620. Eerst zien dan geloven.
  621. Ja beloofd=beloofd.
  622. Jee wat ruik je lekker. Ja, ik heb net een windtje gelaten.
  623. Nou, DAN MAAK JE MAAR ZIN!
  624. Zullen we ff een snackie halen?
  625. Zo kom je de boel weer opvreten.
  626. Daar hoef je niet te kijken d’r is toch niks.
  627. Ze vreten de oren van m’n kop!
  628. En nou vertrekken anders krijg je van mij voor zeven centen.
  629. Ik kan heel goed knopen eruit halen, dat moet je voelen hè.
  630. Pa, heb je een vuurtje voor me? ;NEE.
  631. De ballen.
  632. Laat die kraan niet zo lopen (voor niks).
  633. Moet ik hier nou Godverrredomme álles zelf doen?!
  634. Die fiets naar de schuur!
  635. Ben je daar eindelijk, zitten/delen (kaarten).
  636. Het is geen praatje pot.
  637. Hè lieffie.(tuurlijk lieffie).
  638. Die vreet een banaan overdwars.
  639. Ligt ie nou nog in z’n nest?
  640. Verf is niet vies, anders smeer je het toch ook niet op de muren?
  641. Dat zijn die rotkoters van de buren.(niet de mijne!)
  642. Nee hoor, dat doen mijn kinderen niet.
  643. Wat een lekker windje hè? Jahè, .. zal ik er nog één laten?
  644. Die geeft liever een liter bloed, dan een kwartje.
  645. Zeker gestopt met roken? Nu het bietsen nog afleren.
  646. Hoor/Zie je weer wat?
  647. Waar is die toverlantaarn?
  648. Nou we gaan maar naar bed, want de visite wil naar huis.
  649. Leen mij ff een Meijer van je, ik weet alleen niet wanneer ik ‘m terug geef.
  650. Is de boel wel goed op slot?
  651. Ik ga ff lezen, geef me het telefoonboek ff.
  652. Hou nou is op met dat gezemel.
  653. Moet je plassen? Nee.. Nou, ZIT DAN FF STIL!
  654. Wie was dat en wat moest ie?
  655. Zitten jullie mij nou in de maling te nemen? ..nee hoor.
  656. Haal die mauwerik ff weg.
  657. Zolang hun kaken op en neer gaan, heb je geen kind aan ze!!
  658. Ga je binnendoor ofzo?
  659. Of je nu een een joet in je zak hebt of een meijer, met die meijer ben je een stuk gelukkiger.
  660. TREKKEN-DRAAIEN-TREKKEN!
  661. De eerste duizend zijn het moeilijkst.
  662. Beter een klein beetje (geld), dan helemaal niks.
  663. Let op jezelf, kijk niet naar een ander.
  664. Je hebt m’n karretje ook door de poep gereden !!
  665. Laat het vogeltje nou niét over het touwtje springen !
  666. Deur achter je kloten dichtdoen.
  667. Wel Grietverdikkeme!
  668. Kom snel, Appeltje Appeltje.
  669. Peukevreugd
  670. Pikkienoga
  671. Kijk nou is wat een Fludder.
  672. Waar heb jij je laten knippen? Ik op m’n hoofd.
  673. Tegen een kale: Dat je er geen haar laat groeien, plek zat.
  674. Kijk ‘m lopen op z’n bordeelsluipers.
  675. Als die hond me bijt, bijt ik zijn strot door.
  676. Niemand heeft van die mooie kinderen als ik.
  677. Goed lezen wat er staat.
  678. Wat ruik ik nou,Stink jij nou zo naar stront?
  679. Het lekkerste ijs is Sierkan ijs! ..later Ola he?! Ola Ola Ola, verfrissende dagjes waren dat.
  680. Niemand is zo belangrijk als je moeder.
  681. Zo trots als een paard met 7 lullen.
  682. Hé !,’t Kan wel op al is het lekker.
  683. Je moet goed articuleren.
  684. Moet je kijken wat we hebben!
  685. Eerst poen in je zak, dan uitgeven.
  686. Geld lenen is makkelijk, maar dan terugbetalen.
  687. Wees zuinig op je centjes.
  688. En altijd alles opschrijven hè.
  689. Wie lust er een bojella?
  690. Wat eten we vanavond?? : “DIJSSIES”….Paardenlul in schijffies.
  691. Paps en Mammie, Mammie en Paps, Paps en Mammie, Mammie en Paps, Paps en Mammie, Mammie en Paps.
  692. Pas maar op, want ik geef je zo een soejang.
  693. Zullen we ff lachen voor weinig, moet je dat kind een happie mosterd geven.
  694. Ik? Nee echt niet, ik niet, ik zweer het.
  695. Nooooiiiit te lorre!
  696. Hij staat te liegen waar die bij staat.
  697. Breek je pols niet.
  698. Koppen dicht !!!!
  699. Ja, mijn zus Nol met haar geitenbenen.
  700. Alles is Naatje.
  701. Ik waarschuw nog een keer of 10 en dan begin ik weer opnieuw.
  702. Wat zei ik je nou, je ziet toch dat ik gelijk heb…
  703. Blijf je nou aan de gang met dat gejank.
  704. Als ik dat geweten had, was ik er nooit aan begonnen.
  705. Laat je toch niks wijsmaken, je hebt je al laten inpakken..
  706. Heb je –je gewassen ? Dan ben je lelijk op gedroogd.
  707. Je kan wel 10 vaders hebben, maar je hebt maar 1 MOEDER.
  708. Breng nooit een pakketje voor iemand weg (wat ze ook zeggen).
  709. Aagggh, Wat ben je toch een adder!
  710. OPOE TET!
  711. Als je raadt wat ik ga doen, krijg je de helft.
  712. Afspraak = Afspraak.
  713. Ik kan rijmen en dichten op elk getal, noem maar een getal… VINGER IN JE KONT. Rijmt niet, maar dicht wel.
  714. zo groos als een hond met zeven lullen,begrijp je wat ik bedoel?
  715. een mens is niet gemaakt om te roken anders had je wel een schoorsteen op je kop.
  716. Ik heb de grootste handen van nederland.
  717. ik lul toch niet tegen die tafelpoot.
  718. dan pak je maar een eind hout
  719. Als je ze alle dagen een meijer geeft, heb je geen kind aan ze.
  720. hee pikkie hoe is het met me?
  721. Je kan me snerte
  722. Onder die arme en onder die kunte
  723. Die neus van jou lijkt de Amsterdamse poort wel
  724. Zijn het jou koters of de mijne.
  725. Moet ik het voor je spellen, je weet waar ik het over heb.
  726. ‘s Avonds een kerel , ‘s morgens ook een kerel.
  727. Ik heb me zakken vol- geef er nog maar eentje.
  728. Laat je niet klein krijgen, want ouwehoeren doen ze toch.
  729. Je kroon is eerder van je kop ,als er op.
  730. Lees die krant, dan kan je ergens over mee praten. En dan weet je wat er te koop is.
  731. Wat een gezeik allemaal,,, blijft dat nou aan de gang.
  732. Gekken grijzen niet.
  733. Je hoeft niet bang te zijn, als je maar bibbert
  734. Heb je een slaapzak, zal ik ‘m ff wakker schoppen.
  735. Ach welnee, dat heb ik nooit gezegd.
  736. Linke loetje en malle louwie.
  737. Omlopen!
  738. Je handen wassen BOVEN!
  739. Je moet doen wat voor jouw het beste is.
  740. Tot 100 tellen.
  741. Eerst denken dan doen.
  742. Ik ben niet gek, gewoon prettig gestoord.
  743. Ach, zo bedoel ik het helemaal niet.
  744. Zorg dat je zelf die 1ste (en rake) klap uitdeelt.
  745. Zit niet in die schone was te spitten.
  746. Wat weet jij er nou van?
  747. Dan schop ik je net zolang onder je zak, totdat je het lekker gaat vinden.
  748. Geloof je het zelf??!!
  749. Wat moet je daar ?Ga uit m’n kasten!
  750. Heb je weer zo’n sigaret met van dat spul erin gerookt?
  751. Heb je je gewassen,: nou dan ben je lelijk opgedroogd.
  752. Neem dat nou van me aan
  753. Wat jij in je hoofd hebt zitten, zit niet in je kont.
  754. Dat komt op als poepen.
  755. Onthou het gezicht van degene met grootste mond.
  756. Je slaat degene met de grootste mond en alleen hem.
  757. Als je iets doet, doe het dan goed.
  758. Als ieder kind van mij minimaal een miljoen waard is, ben ik dus miljonair.
  759. Je moet er wel wat voor doen om ‘m lengte te houden.
  760. Dat is water naar de zee dragen, er komt niets van terug.
  761. Doe altijd en beetje meer als een ander.
  762. Dromen mag je hebben, maar zorg dat ze uitkomen.
  763. Zorg dat je altijd vooraan staat en niks mist.
  764. Met je kont op de blaren zitten, want wie niet horen wil moet maar voelen.
  765. Wil je even wat voor me doen? Kijken of er een oorlogsschip voorbij vaart.
  766. Zo kan je een drol lekker maken. (bojella).
  767. Wat is wijsheid.
  768. Niet lullen maar vreten.
  769. Blijf met je vieze jattjes overal van af.
  770. Ik waarschuw nog 10 keer, en als je dan niet luistert begin ik gewoon weer opnieuw.
  771. Medunkt.
  772. Die is mesjokke joh.
  773. Afkomst verloochend zich niet.
  774. Vreet je kop maar op, kan je buikspreken.
  775. Ik ben Gekke Gerrit niet.
  776. Nee..m’n zus Nol, nou goed?!
  777. Je hebt ze toch niks gegeven hè.
  778. Sodehannes toch op!
  779. Als ik het had, kon je het van me krijgen.
  780. Geef ‘m is een knal, krijg je ‘m straks van me terug.
  781. Als ik je roep heb je hier te komen, ik ben geen kwaaijongen.
  782. HET TOILET PAPIER IS OP! : dan neem je maar een krant!
  783. Ga uit mijn ogen, voor ik je in je kladde pak.
  784. Geen geld geen liefde.
  785. Wat een gratenpakhuis met die twee ruggen.
  786. Melk en suiker? Nee, een bakkie pleur.
  787. Kijk me aan als ik tegen je praat en lach me niet in m’n bek uit!
  788. Samen op een prentje is de liefde snel aan een endje.
  789. Van een mooie tafel eet je niet alleen.
  790. Een knappe man heb je nooit voor jezelf.
  791. Op je kop staan en dubbeltjes schijten.
  792. Dit is m’n vinger, dat is m’n duim, dat is m’n navel en dat is m’n pruim.
  793. Je mag/kan alles zeggen, als je maar vriendelijk blijft.
  794. Als m’n zuster een pikkie had gehad, was ze m’n broer geweest.
  795. Ach wel nee zo was het helemaal niet.
  796. Als je het niet wil doen, zeg dan gewoon nee en niet ;Ja straks.
  797. Van voren niet weten dat je van achteren leeft.
  798. Weet je dat je kont in verbinding staat met je ogen? Trek maar ’s een haar uit je kont..springen de tranen in je ogen.
  799. Laat nooit het achterste van je tong zien.
  800. Let op het springen van de lintwurm.
  801. Haar of geen haar, kammen maar.
  802. Iedere gek heeft zijn gebrek.
  803. Een 10 voor psalmen en gezangen, dan kan je de bijbel van achteren naar voren lezen.
  804. Hoe harder ze schreeuwen ,des te meer het meevalt.
  805. Geef nooit je laatste piek uit.
  806. Je doet het ,,of je doet het niet. Maar zeg waar het opstaat.
  807. Handen als kolenschoppen en voeten als zeeschuiten.
  808. Als je de deur uit gaat: “kijk uit voor de tram”.
  809. Uit mijn ogen, voordat ik je een ongeluk bega.
  810. Is het weer vretenstijd?! IK heb alweer gegeten.
  811. Die deurkruk gebruiken!
  812. Ik ga even naar het toilet…om te schijten.
  813. Nee..ik laat Nooooit een windje..PPPrrRRTTTttt.
  814. Bakkie Nico.
  815. Dat vreet ik niet.
  816. Ik wou dat ik ongelijk had…
  817. Breek je pols niet.
  818. SPIN!
  819. Zo lust ik er ook wel 10.
  820. Ik hang je hemd in een emmer.
  821. Ik zet je neus tussen twee oren
  822. Een slag met een warm krentenbrood.
  823. De telefoon gaat.
  824. Uit m’n ogen, LOPEN!
  825. Ja, die is van mij, waar heb je die gevonden die was Ik kwijt Echt.
  826. Bangmakers  (pantykousen).
  827. Waar is die joekel.
  828. Als ik die 1ste niet neem, is er niks aan de hand.
  829. De wens is de vader van de gedachte.
  830. Aan me togus.
  831. Haar op je knop.
  832. Een Wamsteeker zonder geld, is als één zee zonder water.
  833. Sla je ballen maar tegen de muur, heb je klapvuur.
  834. Daar moet je zuinig op zijn, kan je later de bakker mee betalen.
  835. Hij kijkt met z,n linker oog in zijn rechter broekzak.
  836. Zullen we pletten? Ik op tafel schijten en jullie met jullie handen erin slaan.
  837. Duik nou maar in je vlooienmand, het is bedtijd.
  838. Ik heb er nog maar zes en die hou ik zelf.
  839. Wie wil er 1???? En dan ‘s avonds om een uur of 10 ff gauw naar van de Linden of Carone.
  840. Jongens bedtijd! ((( we hebben er nog maar 4 ))
  841. Wil je even wat voor me doen? In mijn hol kijken of het thee water kookt.
  842. Wat kan jou dat nou verdomme/verreken, IS DE POORT DICHT.
  843. EN kijk uit met oversteken.
  844. Geef je ogen en oren goed de kost en zorg dat je dit beetje meer doet dan de ander.
  845. Als je iets doet, doe het dan alleen (of: zorg dat je het alleen doet)
  846. Laat het balletje niet over het touwtje wippen.
  847. Ja = Ja en Nee = Nee.
  848. Ik waarschuw nog een keer of 10, en dan begin ik op nieuw
  849. GrietVerDikkeme!!
  850. Wie wil er een?
  851. Je eigen het schompus lachen.
  852. Ben je oost-indisch doof?
  853. Ik ga ff bij die geit kijken.
  854. eerst denken, dan praten.
  855. Geen geld uitgeven wat je niet hebt.
  856. Zorg dat je geld in je zak hebt (je weet maar nooit)
  857. be!! he piet
  858. Iedere piek/euro is er een.
  859. Pakken wat je pakken kan.
  860. Ben je helemaal besodelatafeld.
  861. Je moet goed luisteren Wat ik zeg.
  862. Geitenpikkeleer.
  863. Portefullie.
  864. Snuit je giegel ff.
  865. Prrrrt, scheur voor mij ook ff een meter af.
  866. ssssstt denk om de kleintjes
  867. Lul toch niet zo uit je nek,,,wat weet jij er nou van !!!!!
  868. zachtjes op die trap!!
  869. Haarlem 30 kilometer…..Haarlem 24 kilometer……..Haarlem 20 kilometer
  870. Breng eens een zonnetje
  871. Zwanzieg ( 20 roem bij klaverjassen ).
  872. Ben je uit de poppenkast gerold of zo.
  873. Blauwe trekhond.
  874. Schiet mij maar lek,,,snap jij het!!!!
  875. Hoe vaak ,moet ik het nou nog zeggen,,, ik zit hier toch niet voor Jan met de korte achternaam…
  876. Jubeltenen,,, (( in de sandalen ))
  877. Pak maar ff een blauwe ( = handdoek ).
  878. Achterlijke !!!!
  879. Jeuk aan mijn sjonuff
  880. Je eet als een dijker en schijt als een reiger.
  881. Alle dagen goed wrijven dan krijg je krullen erin. (z’n snor begint te groeien)
  882. Geen haan die je naait en geen kip die je pikt.
  883. De geest is gewillig maar het vlees is zwak.
  884. Je bent nog nat achter je oren.
  885. Heb je last van je kroepoekies?
  886. Zit je aan je schoonmoeder te denken?
  887. Daar is niet mee geknoeid.
  888. Je oog is groter dan je maag.
  889. De kar achter de wagen spannen.
  890. Ongelijk is een bochel.
  891. De zon in het water zien schijnen.
  892. Haar of geen haar, kammen maar.
  893. Breek je pols niet.
  894. Ga maar alvast lopen, want dan ben je de eerste.
  895. Niks gebroken.
  896. Ga je binnendoor naar je oor.
  897. ALS mijn zusters klootjes had gehad, dan was het mijn broer geweest.
  898. Een Wamsteeker zonder geld is als een zee zonder water
  899. Hou is op met dat gefrommel in die koekkiestrommel
  900. Blijf nou van elkaar af, want straks is het weer janken.
  901. Dat gaat er in…… als een marinier bij een milva.
  902. Hou het bordje en onder !